Het ‘waarom’ voorbij…

Ik kan me voorstellen dat mensen geen windmolens achter hun huis willen. Ik kan me ook voorstellen dat mensen geen bedrijventerrein achter hun huis willen. Ik kan me ook voorstellen dat mensen geen snelweg achter hun huis willen. Op dit moment speelt de discussie over de Regionale Energie Strategie (RES). In 30 regio’s wordt gekeken waar hernieuwbare energie opgewekt kan worden. Klaar maken voor de toekomst die veel meer elektriciteit vraagt, duurzaam opgewekt. Daarna komt de vraag hoe we Nederland gaan verwarmen. Uh nee, niet opwarmen. Verwarmen! Hoe gaan we gebouwen van warmte voorzien? Duurzaam opgewekt zodat we in 2050 Klimaat-, Energie- en CO2-neutraal leven. Terug naar de elektriciteit.

De opgave
De opgave om een hernieuwbare duurzame energie-opwekking in de regio’s vorm te geven, is ingegeven door het Rijk. De regering, de Tweede en de Eerste Kamer hebben de Klimaatwet goedgekeurd. Gemeenten mogen met hun inwoners in gesprek over de vorm en de plek (waar en welke). Niet over het waarom. Geen discussie meer over de 35TW (therawatt, 1 miljoen kilowatt) hernieuwbare energie die op land opgewekt moet worden, naast alle plannen die er zijn voor op zee.

Waarom
En dat is wat ik steeds lees in alle berichten van inwoners die tegen grootschalige, hernieuwbare energie-opwekking zijn, omdat het dicht bij hen in de buurt gepland is. Ze willen graag de discussie voeren waarom dit nu allemaal moet gebeuren. Liever willen ze dit niet. Liever willen we ook geen bedrijventerrein en geen snelweg achter ons huis. Maar we zijn een land in ontwikkeling. De economie moet door, is goed voor onze groei en portemonnee. We moeten allemaal dicht bij ons werk wonen. En de steden zijn uiterst aantrekkelijk. Maar ondertussen snappen we dat de biodiversiteit achteruit gaat. Intensieve veeteelt niet meer past bij de schaal van Nederland. We ook graag willen wandelen en fietsen. Kortom heel veel op de beperkte ruimte. Waar gaan we dat allemaal doen? Alles moet immers ook door en we willen steeds meer. Het moet dus slim gebeuren.

Slim
Bestaande infrastructuur gebruiken voor slimmere combinaties. Waar een snelweg ligt, liggen vaak ook al kabels. En is er een geluidscontour waardoor wonen op afstand ligt. Idem bij spoor. Daar kan een wind en zon infra wellicht op aangekoppeld worden. Natuurlijk moet je ook alle reeds bestaande harde oppervlakten vullen met zonnepanelen. En alle grote parkeerplaatsen overkappen met zonnepanelen zodat de auto’s droog en in de schaduw hernieuwbare energie kunnen tanken. Ook kunnen we snelwegen energie laten opwekken en wellicht de elektrische auto van de toekomst opladen terwijl deze over de snelweg rijdt. Kortom, slimme combinaties van oplossingen bedenken. Daar zijn wij goed in en dat vraagt deze transitie van ons.

De discussie over waarom dit allemaal moet, zijn we al lang voorbij.

Alternatieven
En de discussie over alternatieven voor wind en zon (de enige echt hernieuwbare bronnen) zoals kernenergie, geothermie en waterstof (is energiedrager, geen opwekker) houden ons alleen maar van de urgentie af. Wellicht komt er een vorm van kernenergie die minder schadelijke afvalstoffen produceert of een schone, efficiënte manier om waterstof op te wekken, maar dat helpt ons nu niet om aan de slag te gaan en voor 2030 een belangrijke mijlpaal te bereiken.

Verkiezingen
In het eerste verkiezingsdebat dat ik van de week zag, viel mij op dat alle partijen grootse plannen hebben om flink aan de slag te gaan met het vraagstuk Klimaatverandering. Dat is wel eens anders geweest. Ze buitelen als het ware over elkaar heen. Hier of daar nog wat holle retoriek over kernenergie (verschuiven van het probleem), maar als iedereen zich aan de eigen ambities houdt, gaan we na de Tweede Kamerverkiezingen hard aan de slag. Het is en, en & en. Slimme combinaties en niet meer de waarom. Die tijd zijn we echt voorbij.

Aan de slag!

Robèrt Smits

Deel dit bericht:

Facebook
Twitter